Vouwbare loopfiets, `made in Alphen'

Ze zijn er nog: jongeren die aan fietsen sleutelen, en zelfs een fiets bouwen. Ook in Alphen aan den Rijn woont er één. We spraken met Siete Frouws (1990), die voor zijn studie Bewegingstechnologie aan de Haagse Hogeschool een vouwbare loopfiets ontwierp en in elkaar zette.

Bewegingstechnologie, wat voor soort studie is dat?
Bewegingstechnologie is een studie waarin je leert om de techniek aan te passen aan de mens. De studie richt zich op drie sectoren: sport (denk maar aan de klapschaats), ergonomie (hoe hoog moet een zadel staan bijvoorbeeld) en revalidatie (hulpmiddelen voor mensen met een beperking, zodat ze bepaalde handelingen weer kunnen verrichten, bijvoorbeeld kanoën voor mensen met één arm). Je leert daar ook over de menselijke anatomie, zodat je de diagnose van een dokter of een fysiotherapeut kunt vertalen naar een technicus die zo'n nieuw product moet ontwerpen en bouwen.

Wat heeft dat met een loopfiets te maken?
Op zichzelf had het onderwerp loopfiets niet concreet iets met de drie sectoren te maken. Het ging er bij de opdracht vooral om dat je als eerstejaars student het hele proces van het ontwerpen en maken van een product een keer doorliep.

Wat was precies de opdracht?
De opdracht was simpelweg: ontwerp en bouw een loopfiets voor kinderen van 9 tot 12 jaar. We moesten de opdracht in groepjes van ongeveer zes studenten maken, waarbij je zelf mocht beslissen of je de loopfiets nog speciale kenmerken wilde geven. In totaal waren er dertien groepjes. Ons groepje besloot als enige om een vouwbare loopfiets te maken. Een ander groepje had bijvoorbeeld een loopfiets waarbij allerlei onderdelen verstelbaar waren.

Er waren twee groepjes die een 9 kregen voor hun loopfiets, en wij waren er daar één van. Daar waren we heel blij mee.

Dat klinkt goed. Vertel maar eens wat het is geworden dan.
Een vouwbare loopfiets dus, en we hebben hem lichtblauw geverfd. De meeste onderdelen hebben we zelf gemaakt. Alleen de wielen en de handgrepen van het stuur zijn afkomstig van een bestaande kinderfiets. Het stuur is een metalen buis, maar de rest, inclusief het frame is allemaal van hout. Het frame bestaat uit drie planken naast elkaar, en is te vouwen. Aan de linker kant zit het feitelijke scharnier, waaromheen je de fiets vouwt. Aan de rechterkant kun je de voor- en de achterkant van het frame aan elkaar klinken, met een eenvoudig, maar wel precies passend pennetje. Als de fiets opgevouwen is, kun je datzelfde pennetje gebruiken om de fiets vast te zetten in de gevouwen toestand.

De uiteinden van het stuur zijn licht naar achteren gebogen. Dat is comfortabeler voor de gebruiker dan een recht stuur. Het zadel is (dus) van hout, en heeft de vorm van een kommetje: aan de voor- en de achterkant is het hoger dan in het midden. Dat heeft te maken met de specifieke beweging die een loopfietser maakt, anders dan een gewone fietser. Dit zadel is met een tweetal bouten in hoogte verstelbaar.

Aan beide kanten van het achterwiel heb ik een scherm gemaakt, zodat de veters van je schoenen niet zomaar tussen de spaken kunnen komen tijdens het loopfietsen.


Siete Frouws op de loopfiets.

En voorop, op de plek waar je bij crossfietsen nog wel eens een startnummer ziet, zit een logootje. Wat stelt dat voor?
Dat is een verhaal apart: er moest inderdaad een nummer op komen. Toen we na uitvoerige discussies hadden gekozen voor het nummer 9, hebben we een foutje gemaakt bij het uitknippen van de sticker. Hierdoor werd het een gespiegelde 9. Vervolgens hebben we er maar een golfje aan toegevoegd, zodat het op een smiley lijkt.

Kan iedereen zo'n fiets zomaar maken? Wat voor vooropleiding hebben de studenten dan?
De meeste studenten komen rechtstreeks van de Havo. Zelf heb ik afgelopen zomer de Leidse instrumentmakers School afgerond. Daardoor had ik al heel wat technische ervaring, met draaibanken en freesbanken bijvoorbeeld. Andere studenten hadden echter bijvoorbeeld een vader of een oom, die hen kon helpen met lassen of die een werkplaats met gereedschap tot zijn beschikking had. Zo konden we ook het technische werk verdelen.

Hoeveel tijd kostte de opdracht?
Het was een opdracht van tien weken. Eerst moest je onderzoek doen en een ontwerp maken. Na zes weken kreeg je feedback van de docent, en de laatste twee weken hebben we de fiets feitelijk gebouwd. Dit laatste stuk heeft me wel een uur of 30 gekost. Voor het grootste deel was dit op school, met gereedschap van school.

Ging de hele opdracht in één keer goed?
Bijna wel. Het ontwerp hebben we nog wel een keer aan moeten passen, maar toen dat eenmaal klaar was, hebben we de fiets in één keer kunnen maken. OK, toen de fiets eenmaal in elkaar zat, bleek het stuur eerst niet goed te kunnen draaien in een bepaalde richting. Dus toen hebben we een hoekje van het frame weg moeten vijlen, maar dat is een detail.

En over het stuur gesproken: er zit een stuurbegrenzing op, zodat je het stuur niet te ver kunt draaien. Dat leek ons voor de doelgroep, kinderen van 9 tot 12 jaar, die misschien nog wel eens roekeloos zijn, wel zo veilig. Dan komen ze minder snel te vallen. Achteraf denk ik dat we dit nog net iets verder hadden kunnen begrenzen.

Ook voor gewone fietsen zou dat handig kunnen zijn, stuurbegrenzing. Want je ziet bij de snoeren van verlichting nog wel eens dat die strak komen te staan en breken als het stuur te ver naar links of rechts draait.
Ja, dat is zo. Nu zit er op deze loopfiets geen verlichting. Ik had ooit nog wel het plan om er verlichting op te zetten, net als remmen, maar dat is er niet van gekomen.

Welk onderdeel van de fiets was het lastigst te maken?
Het vouwmechanisme. De voorkant en de achterkant van het frame moeten heel precies op elkaar aansluiten. Als er speling in zit, is de fiets minder stabiel en minder sterk. En inderdaad, het sluit nu zo strak aan, dat je soms maar nauwelijks kunt zien dat het frame uit twee delen bestaat.

Om de stevigheid te vergroten, hebben we het frame ook niet recht doormidden gezaagd, maar trapsgewijs. Als je de fiets weer uitvouwt, valt de voorkant van het frame precies in de achterkant.


De loopfiets in opgevouwen toestand.

Hoeveel gewicht kan deze loopfiets dragen?
Het hoorde officieel niet bij de opdracht om dat te berekenen, maar we hebben dat toch gedaan. Daar kwam uit dat de fiets een gewicht van 90 kg kan hebben. Ik kan er zelf dan ook zonder problemen op gaan zitten. Eerst hadden we gedacht om een dikker frame te gebruiken, maar dat bleek uiteindelijk toch niet nodig.

En omgekeerd. Het is een vouwfiets en moet dus opgetild kunnen worden. Hoeveel weegt de fiets zelf?
Ons doel was een fiets van ten hoogste zes kilo. Het zijn tenslotte kinderen die er gebruik van moeten maken. Uiteindelijk is het (we meten het ter plekke na) negen kilo geworden. Toch ook niet slecht.

Hebben jullie de loopfiets eigenlijk nog getest op de doelgroep: kinderen van 9 tot 12 jaar?
Ja, daar was ik zelf niet bij, maar een paar andere leden van ons groepje zijn met de fiets naar een basisschool gegaan. Daar hebben ze drie kinderen uit deze leeftijdscategorie uit de klas geplukt om de fiets te testen. Twee daarvan vonden de fiets zo leuk, dat ze hem het liefst mee naar huis hadden genomen!


Ultieme test van de (nog niet geverfde) loopfiets.

Bestaat er verder nog een markt voor zo'n loopfiets?
We hebben van tevoren op internet gezocht, maar kwamen eigenlijk alleen loopfietsen tegen voor mensen van 16 jaar en ouder. Ze zijn onder andere geschikt voor mensen die moeite hebben met lopen, bijvoorbeeld omdat ze zwakke spieren hebben. Mensen met evenwichtsproblemen, hebben vaker een driewielfiets, of een fiets met zijwieltjes. Geen loopfiets dus.

Toen we met het project bezig waren, zag ik hier in het Zegerslootgebied nog wel verschillende heel kleine kinderen met een loopfietsje (niet vouwbaar natuurlijk). Daar ben ik meteen gaan kijken hoe die fietsjes gemaakt waren. De stuurinrichting leek toch een stuk minder solide dan die van onze fiets. Zo'n loopfietsje mag kennelijk niet teveel kosten.

En een loopfiets als middel om te leren fietsen, speciaal om te leren je evenwicht te bewaren, is dat een idee?
Misschien wel, maar bedenk dat je toch een iets andere beweging maakt: tijdens het loopfietsen ga je steeds van je ene naar je andere been, en je fiets beweegt dan mee. Bij gewoon fietsen blijft je fiets recht overeind.

Hebben ze op de Haagse Hogeschool nog iets met jullie loopfiets gedaan?
Alle loopfietsen zijn gedemonstreerd op een open dag van de school, afgelopen najaar. Daarna moesten de groepjes hun fietsen mee naar huis nemen, en ik mocht onze loopfiets hebben.

Hoe heb je hem hier in Alphen gekregen?
Lopend en fietsend nam ik hem gewoon, ongevouwen, op mijn schouder. En in de trein kon ik hem in opgevouwen toestand gratis meenemen. Volgens de conducteur, die eerst wel wat bedenkelijk keek, voldeed hij keurig aan de normen. Onderweg kreeg ik trouwens van diverse medereizigers complimenten over de fiets.

Wordt de volgende opdracht op school weer iets met een fiets?
Nee, ik ben nu bezig om uit te rekenen hoever een enkel nog kan buigen bij mensen met een bepaalde beperking. Daar moet ik een Excel-sheet voor maken. Dat is dus een heel ander soort opdracht, waar niet eens een fysiek eindproduct uit komt.

Ben je met je normale fiets thuis eigenlijk net zo handig?
Het meeste onderhoud doen we hier thuis inderdaad wel zelf: een band plakken of vervangen, of een ketting vervangen is geen probleem. Ik kan me niet herinneren wanneer we voor het laatst naar de fietsenmaker zijn geweest voor een grote klus. We hebben ook wel fietsen in de Kringloopwinkel gekocht, en vervolgens verder zelf opgeknapt. Het is niet zo dat we net zulke machines hebben als op school, maar het kleine gereedschap hebben we wel. Afgelopen najaar heb ik ook meegeholpen met de fietsverlichtingsactie hier in Alphen. Hardstikke leuk!


Laatste wijziging, 29 januari 2014 - http://www.fietsersbond.nl/alphenaandenrijn